Visie die leidt tot deze toolkit
Natuurlijk
Het 3-dimensioneel uitbeelden van situaties is zo oud als de mensheid. Het ligt in de menselijke natuur om zo’n voorstelling van een werkelijkheid weer te geven; met gebruik van wat maar voor handen is aan steentjes, bierviltjes, kopjes ofzo.
Uit het hoofd plaatsen
Het vraagstuk buiten iemand zelf te plaatsen, helpt om los te komen van overtuigingen en opvattingen. De beschouwer kan met enige distantie op het uitdagende ‘landschap’ reflecteren. Er ontstaat rust en ruimte. We horen dat mensen zich ontspannen, meer ruimte ervaren, nieuwe mogelijkheden zien en het probleem plaats maakt voor uitdaging.
Open waarneming
Door de tijd te nemen om het landschap vanuit helicopterview en verschillende hoeken waar te nemen, zijn er steeds nieuwe verhoudingen en relaties te ontdekken. Door deze nieuwe input wordt het steeds makkelijker om verder te gaan met deze open waarneming. Dit gaat voorbij aan woorden, taalbarrières en overtuigingen.
Neutraal
De spelstukken zijn neutraal om zo min mogelijk emotionele lading en andere associaties vast te zetten. Ze kunnen ze even gemakkelijk gebruik worden voor personen als voor groepen of objecten (gebouw, product e.d.) of concepten en abstracties (doel, beleid, waarde, talent).
Gebruiksgemak
De stukken hebben een ‘blikrichting’. Ze zijn beschrijfbaar en wisbaar. Het speelveld is slijtvast en wasbaar. Het etui beschermt alles en is makkelijk mee te nemen.
Laagdrempelig
Omdat het 3-dimensioneel neerzetten van een situatie heel natuurlijk is, kan iedereen het zonder veel poespas gebruiken. Daarom is de toolkit zo gemaakt dat het makkelijk is mee te nemen om stand à pede ingezet te kunnen worden
Exclusief
De ‘touch and feel’ van de toolkit dient recht te doen aan het bijzondere belang van allerlei soorten vraagstukken zowel hoog als laag in organisaties en bij de enorme range aan privé-vraagstukken. Naast het design leidt dit tot gebruik van hoogwaardige materialen, verrassende samenstelling en het sublieme handwerk.
De spelstukken worden gemaakt uit inheems hout met een interessante tekening, waardoor elke toolkit uniek is. Sommige spelstukken zijn gemaakt van ongebruikelijke houtsoorten zoals taxus en valse christusdoorn, maar ook esdoorn of es met de ruige tekening die ontstaat als verweer van een boom tegen parasieten.
Zowel door vorm en formaat, als door de verfijnde afwerking liggen de spelstukken lekker in de hand.
Cases
Privé-vraagstuk
“Ik heb er moeite mee als anderen zeggen wat ik moet doen of hoe ik iets moet doen.” zegt de man. Dat geldt eigenlijk ook voor deze coachsituatie waar hij spelstukken ‘moet’ kiezen.
Hij doet het toch maar en maakt spelstukken voor ‘ik’, ‘de ander’, ‘onzekerheid’, ‘twijfels’, ‘goed argumenteren’ en ‘overgave’. ‘Ik’ en ‘de ander’ komen recht tegenover elkaar te staan. Het spelstuk ‘ik’ staat met de rug naar de andere stukken die verder allen in een kring staan.
De man signaleert dat het voor de hand ligt om ‘ik’ minder op ‘de ander’ te richten en meer in contact met de andere aspecten te brengen. Vervolgens zet hij alle stukken in een cirkel en naar het midden gericht. De afstand tussen alle stukken is ongeveer even groot; alleen ‘ik’ krijgt veel ruimte. De man ‘voelt’ dat er lege plekken zijn. Rechts van ‘ik’ komt ‘intuïtie’ te staan en links tussen ‘ik’ en ‘de ander’, ‘vertrouwen’.
Opvallend is de ontspanning in het gezicht van de man.
De aanvankelijke tegenzin maakt plaats voor plezier in het schuiven met de spelstukken.
De tegenstelling tussen ik en de ander lost op als de andere spelstukken mogen meedoen.
Loopbaan
De projectcoördinator van een internationaal gezondheidszorgproject meldt last te hebben van het feit dat ze twee studies heeft gedaan, maar geen van beide heeft beëindigd.
Ze kiest spelstukken voor haarzelf, de taalstudie, de studie communicatie, het project en haar medeprojectcoördinator. De beide studies plaats ze dicht voor haar; het project en haar collega staan ver voor haar.
De vrouw beseft dat de studies haar uitzicht op het project en haar collega belemmeren.
De coach intervenieert met de opmerking dat haar universitaire kennis toegevoegde waarde heeft voor haar werk en dat het voor dit werk irrelevant is dat ze niet is afgestudeerd.
Samen verplaatsen ze de spelstukken voor de studies achter haar rug. Nu heeft ze die achtergrond beschikbaar als kwaliteiten zonder dat het uitzicht wordt belemmerd.
Stralend vertelt ze In de volgende zitting “dat die studies vleugels zijn geworden!’’
In kort bestek heeft de visualisatie verhelderd waar het wringt. Een paar verplaatsingen in het landschap van haar vraagstuk waren voldoende om de opgedane kennis en kunde door de studies, te kunnen ervaren als kwaliteiten.
Individuele keuze
Een jonge vrouw vindt het lastig om te kiezen voor de juiste opleiding. Het bepalen van de spelstukken is al een verhelderend proces. Samen met de coach komt ze uit op vijf spelstukken: ‘hoofd’, ‘hart’, ‘vaardigheden’, ‘wereld van werk’ en ‘de ander’. Omdat de vrouw zowel hoofd als hart wil zien in opleiding en werk, stelt ze eerst deze twee stukken op. Daarna krijgen de andere stukken hun plek.
Pas na een poosje valt haar op dat alle stukken ver uit elkaar staan. Het ‘hoofd’ kan als enige alle andere stukken zien, het ‘hart’ is vooral gericht op ‘de ander’.
De coach vraagt wat ze zou willen verschuiven. Ze zet de spelstukken voor hoofd en hart dichterbij elkaar. Vervolgens voelt ze zich evenwichtiger over haar toekomst. De ongerustheid om een ‘foute’ keuze te maken, lost op. Haar zelfvertrouwen is versterkt en haar vertrouwen in de juiste keuze voor studie lijkt vanzelfsprekender.
Interim-opdracht
Een interimmanager wil zijn nieuwste opdracht beschouwen, ook zonder manifest probleem. Alle toegevoegde helderheid bij de opdracht is immers meegenomen
Bij het opdrachtgevende instituut is hij plaatsvervangend hoofd van een afdeling waar een veranderingsproces gaande is. De raad van bestuur is de formele opdrachtgever. Contactpersoon is één van de directeuren.
De interimmer maakt spelstukken voor de belangrijkste spelers. Uiteindelijk staan er zo’n veertien posities.
Vanuit de helikopterview meldt de interimmer een beklemmend gevoel op de borst: “ik ervaar het geheel als stagnerend”.
Opvalt dat zijn eigen positie klem staat tussen de twee teamleiders en de behoudende medewerkers.
Bij verplaatsing naar achteren van het spelstuk voor de eigen positie ontsnapt hem een zucht van verlichting.
Vervolgens bekijken we het speelveld vanuit de perspectieven van diverse spelers. Dit geeft veel inzicht in de achterliggende dynamieken bij de gang van zaken die de interimmer al kent uit de praktijk.
Vervolgens komt naar voren dat er sprake is van tenminste twee te onderscheiden (interim)opdrachten: de afdeling draaiend houden én de afdeling door een ingewikkeld veranderingtraject leiden.
Bij de eerste opdracht heeft hij vooral met het afdelingsteam te maken.
Bj de tweede opdracht – een ‘echte’ interimklus – bestaat een heel ander krachtenveld met veel overleg met de hogere hiërarchische lagen.
Door voor beide posities een apart spelstuk te nemen ontstaat klaarheid. De interimmer kan nu experimenteren met verplaatsingen van die twee posities om te zien waar hij het meeste voor elk van de opdrachten kan betekenen.
Hier is het meest wezenlijke dat de vraagstukinbrenger ontdekt dat de situatie benauwend is en dat er eigenlijk twee opdrachten met een bijbehorende functie zijn, die elk een eigen positionering vragen.
Onderhandelingen
Een directeur wil de situatie bij een zware onderhandeling in ogenschouw nemen en zet spelstukken voor de belangrijkste spelers en het onderhandelingsonderwerp op tafel. De facilitator zet alle verleidingskunsten in om hem te bewegen om dit landschap vanuit verschillende hoeken te bekijken. Als hij dit eindelijk doet, slaat het bij hem in als een bom.
Vanuit helikopterperspectief ontdekt hij dat zijn positie het contact met een betrokken partij blokkeert. In een oogwenk snapt hij dat hij zodoende verwarring sticht over welke organisatie hij vertegenwoordigt. Nu komt hij tot de conclusie dat hijzelf de onderhandelingen ingewikkeld maakte met een welbewuste keuze die toch contraproductief blijkt uit te werken.
Het uitnodigen tot zorgvuldig waarnemen is hier eigenlijk de enige interventie van de facilitator. De capabele directeur krijgt een snel inzicht dat cruciaal is. Daarmee kan hij aan de slag in de echte situatie.