+31(0)6 47408063 info@louisearnoldbik.nl

Q & A

Q: “Kun je zo’n 3D-beeld ook in groepen gebruiken?”

A: “Jazeker. Dit kan op veel verschillende wijzen, afhankelijk van wat voor een soort groep het is en wat ze op dat moment met elkaar doen. In ieder geval leent het zich heel goed om elkaar te laten zien hoe ieder tegen een kwestie of oplossing aankijkt. Doordat er een tastbaar beeld is, nodigt het snel uit tot gezamenlijk onderzoek en minder snel tot tegenstellingen.”

Q: Moet je ervaring met systeemopstellingen hebben om hiermee te werken?

A: Situaties en ideeën ruimtelijk uitbeelden is niet aan systeemopstellingen voorbehouden, ook al heeft de systemische benadering dit tot een professionele werkwijze ontwikkeld.
Mij is gebleken dat deze driedimensionale benadering van nature wél uitnodigt tot systemisch kijken. Tenslotte overzie je het hele krachtenveld met alle relaties in één oogopslag en vanuit verschillende perspectieven.
Om het werk met deze toolkit systemisch werk te kunnen noemen is wel een professionele systemische achtergrond geboden.
Verder kun je de toolkit uitstekend gebruiken met elke al dan niet professionele achtergrond. Nieuwsgierigheid en een open blik zijn een goed startpunt.

Q: Kan ik zo’n 3D beeld maken met een andere benadering, bijvoorbeeld het enneagram of kernkwadranten of een ander model?

A: Jazeker!
Vaak is het handig om in ieder geval een spelstuk te nemen voor jouw cliënt (of jezelf) en die neer (te laten) zetten. Zet er vervolgens de voor het proces relevante enneagram-types bij of de relevante kernkwadranten (desnoods als vraagteken) of wat da wat van toepassing is in jouw benadering van toepassing.
Overzie het geheel, en neem waar vanuit de verschillende perspectieven en vanuit de verschillende spelstukken. Het zal verrassend zijn welke belevenissen, inzichten of essentiële vraagstukken dit oplevert.
Belangrijk is dat je goed in contact blijft in het moment en met de cliënt. Over het algemeen ontstaan er dan vanzelf impulsen voor een beweging (als test of in de richting van een nieuwe mogelijkheid).

Q: Hoeveel spelstukken moet ik gebruiken?

A: Dat hangt van de vraagstelling, de staat van zijn van de cliënt en de situatie af.
In het algemeen kun je zeggen dat je moet zorgen dat je door de bomen het bos nog ziet. En wanneer je werkelijk een impactvol proces begeleid, dan is ‘hoe kleiner hoe fijner’.
Voorbeelden:
a) Voor een diepgaand persoonlijk proces (therapie, coaching) start je bij voorkeur met niet meer dan 3 à 5 spelstukken. Tijdens het proces komen er wellicht nog een paar bij.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Een onoverzichtelijk vol speelveld kan de cliënt waardevolle erkenning of bewustzijn geven ‘dat het ook erg veel en ingewikkeld is’.
b) Voor verheldering en informatievergadering bij een complexe krachtenveld van een organisatiesysteem dan mogen er best veel spelers neergezet worden. Het gaat dan vooral om waarnemen, waarnemen en nog eens waarnemen. Veel schuiven is niet zo aan de orde.
Als het om de positie van de cliënt in dit krachtenveld gaat, dan kun je wel het spelstuk dat hem of haar vertegenwoordigd (laten) verplaatsen om de werking van verschillende plekken te toetsen.

Q: Wat te doen als er heel veel spelers en factoren zijn?

De werkelijkheid is complex en vol. Je kunt nooit volledig zijn. Neem dus wat relevant is voor het onderhavige vraagstuk. Comprimeer: neem één spelstuk voor een hele groep waar dat kan.
Let steeds op de vraaginbrenger/cliënt wat de reactie is als er een speler niet mee gaat doen of als spelers samen worden genomen.

Q: Hoe neem ik een rationeel ingesteld vraaginbrenger mee in deze werkwijze?

Dat is eigenlijk niet zo moeilijk als je er maar de tijd voor neemt en de ander goed volgt. Laat deze persoon gewoon op eigen doordachte wijze de spelstukken plaatsen en ga samen feitelijk waarnemen. Eventueel besluiten jullie om iets te verschuiven. Stel vragen vanuit de verschillende posities.
Let ondertussen goed op zijn of haar non-verbale signalen. Bij iets opvallends, laat je dat direct weten en stel je de vraag wat hij of zij ervaart. Vaak was diegene zich daar nog niet van bewust maar kan er op dat moment we bij. Dat is de ingang naar meer zintuigelijk waarneming en vaak een bijzondere beleving voor de persoon in kwestie.